Foto: Judith Ploegman
Foto: Judith Ploegman

10 vragen aan... Arno Mollema

10 vragen aan
In een vorig interview zei Dirk Kalverboer dat hij Arno Mollema graag in deze rubriek wilde terugzien: “Ik ken Arno doordat hij vroeger boven de winkel van mijn vader woonde. Ik heb een leuke band met hem. Hij heeft me ook een keer meegenomen naar een wedstrijd van AZ tegen FC Groningen, omdat hij bevriend is met voetballer Mikhail Rosheuvel, die toen bij AZ speelde. Arno heeft voor de voetbalclub Almere City gewerkt en heeft vroeger gevaren. Ik ben benieuwd naar wat hij te vertellen heeft.”

Meer over Arno
Arno is 47 en woont samen met Jolanda (51) aan de Barentszstraat in Oudeschild. Hij is geboren en getogen in het Groningse Zoutkamp. Voor de liefde verhuisde hij naar Almere, om in 2012 op Texel te belanden, waar Arno al 23 jaar lang kwam. Hij kreeg op Texel een baan aangeboden bij Voordeelland. Jolanda, die in de steden Almere en Leeuwarden opgroeide, raakte op dat moment haar baan kwijt bij een reorganisatie. Ze ging met Arno mee naar Texel om serieus een inschatting te kunnen maken van een leven op het eiland. Ze werd enthousiast en ging overstag.

Een diesel
Arno werkte in de binnenvaart als stuurman tot hij een hernia kreeg. Die hernia zit in zijn ruggenmerg en is niet operabel: de kans dat er tijdens een operatie zenuwen worden beschadigd, is te groot. Door de hernia kon hij zijn werk niet meer doen. Hij bracht een jaar of twee, drie in bed door, tot hij in 2009 bij revalidatiecentrum De Trappenberg in Huizen terecht kon. Daar werd hij langzaamaan weer mobiel. “In één tempo kan ik het goed volhouden, ik ben een dieseltje. Maar in sneltreinvaart gaat het niet, dan gaat het mis. Dat ik niet meer kan varen, vind ik jammer. Ik mis de vrijheid. We voeren lange afstanden, een week lang, waarin we eindverantwoordelijk waren voor alles. Dat deden we met z’n tweeën. Je kunt het natuurlijk niet met iedereen goed vinden, maar als het klikte, werd je samen een soort eiland.”

Vriendschap tussen de stuurmannen
“Raoul Helleman ken ik uit Den Helder. We volgden daar allebei een opleiding tot stuurman. Het klikte meteen, we stonden op eenzelfde manier in het leven. De opleiding duurde een jaar en in die tijd is een vriendschap ontstaan. Raoul was bezig met het pand aan de Vlamkast en ik werkte bij wat nu Almere City heet, toen nog FC Omniworld. Ik regelde de materialen voor het team. Toen de club werd overgenomen, hield mijn baan op. Raoul belde me op een zondagavond dat hij de vergunningen rond had en bood me een baan aan. Ik was heel blij met die kans. In eerste instantie woonde ik vier maanden in een caravan. Toen Jolanda’s baan in Amsterdam stopte, konden we boven de Spar terecht.”

Eredivisievoetbal op TV
Arno kijkt alle sporten op tv, behalve korfbal en voetbal. “Korfbal vind ik niets aan en naar eredivisievoetbal kan ik niet meer kijken. Ik heb geen respect voor de manier waarop het spel gespeeld wordt, het gaat me steeds meer tegenstaan hoe ze elkaar een rode kaart proberen aan te smeren. Ik sta wel graag langs het veld of in het stadion. Ik ging soms naar wedstrijden van AZ, omdat Mikhail Rosheuvel, een vriend van me die ik uit mijn tijd bij FC Omniworld ken, daar was gaan voetballen. Toen een grote sponsor die ik uit die tijd kende ook overstapte, werd ik uitgenodigd voor een wedstrijd van AZ-Groningen. Toen vroeg ik vorige gast Dirk mee, die ik kende van de Spar en van het voetbalveld. We konden het al goed met elkaar vinden, maar het is leuk dat je dan op een andere manier contact hebt. Je hoort dingen van elkaar die je nog niet wist.”

Passie voor ijshockey
“Ik volg bijna alle sporten op tv, maar het allerliefst kijk ik naar ijshockey. Dat is mijn passie, al sinds ik een jaar of 10 ben. Toen werd er in Groningen eredivisie gespeeld en ben ik naar een wedstrijd geweest. De combinatie van snelheid, schaatsen en teamsport pakte me. Als we teruggaan naar Zoutkamp, probeer ik altijd in Groningen een wedstrijd mee te pakken. Er worden tegenwoordig ook best veel wedstrijden uitgezonden, de Amerikaanse league op Fox en ook Eurosport zendt regelmatig ijshockey uit.”

Naast de lijnen lopen
“Als ik het kon, had ik een jagersdiploma gehaald. Ik denk dat kinderen tegenwoordig nog maar weinig meekrijgen van de echte natuur. Zelf was ik als kind altijd met natuur bezig op manieren die nu niet meer zouden mogen. Ik kreeg van mijn vader op mijn achtste een fuikje. We stonden op onze blote voeten te vissen en toen ik vijftien was, voeren we in een roeibootje achter de kotter van de vader van een vriendje aan naar Terschelling. Niemand zei dat we ergens niet moesten gaan zwemmen omdat het gevaarlijk was. Ik ben opgegroeid met naast de lijnen lopen: zo leer je de natuur kennen en ermee omgaan. Als ik kinderen had gehad, had ik me van de regels van nu niets aangetrokken.”

Natuurbeleving van nu
“Natuurbeleving is vanaf een uitkijkpost door een verrekijkertje kijken geworden. Ik begrijp dat niet. Ik vind dat er meer naar de werkende man moet worden geluisterd. Die kan meer vertellen dan iemand die acht, negen uur achter elkaar achter een bureau zit. Voor mijn gevoel wordt Texel van de echte Texelaars afgepakt. Je mag alleen van een afstandje naar je eigen eiland kijken. Dat zeg ik overigens als toeschouwer, ik ben natuurlijk import. Maar je ziet het overal, natuur zoals Ceres die niet meer toegankelijk is. Als het eenmaal verboden is, komt het nooit meer terug.”

Alle vissersdorpen lijken op elkaar
“Ik heb op Texel geleerd sneller een praatje te maken. Ik was afwachtend toen ik hier kwam, maar toeristen beginnen vaak uit zichzelf een gesprek. Nu begin ik er zelf ook makkelijker mee. Ik vind dat als je ergens komt, je je aanpassen. In Oudeschild wende het best snel: Zoutkamp is ook een vissersdorp en eigenlijk lijken alle vissersdorpen wel op elkaar. De mentaliteit is er hetzelfde: recht door zee en wat recht is, is recht en wat krom is, is krom.”

Een opknapbeurt voor de veerboot
“Ik werk 20 uur per week bij Voordeelland en ik heb het er naar mijn zin. Ik heb mijn werk ook nooit als werk gezien; ik heb het nog nooit een minuut met tegenzin gedaan. Als dat wel zo zou zijn, zou ik trouwens ook iets anders gaan doen, want het leven is maar kort.” Arno wilde al een tijd graag vrijwilligerswerk doen en trok onlangs de stoute schoenen aan: zijn tuin grenst aan de achterkant van museum Kaap Skil. Achter molen De Traanroeier staat een miniatuurversie van de veerboot. “Ik heb verteld dat ik die graag wil schoonmaken, opknappen en schilderen. Daar zijn we nu over in gesprek.”

Volgende gast
“Monique Betsema. Ik ken haar van de zomermarkt, waar zij met haar borduursels stond. We kennen elkaar ook van de MAB-Club, waar ik graag ga kijken. Ik heb respect voor mensen die van hun hobby hun beroep weten te maken.”