Voor het eerst een waadbroek aan; niet eerder was het er zo nat
Voor het eerst een waadbroek aan; niet eerder was het er zo nat Foto: Glenn van Ginkel/Staatsbosbeheer

Boswachtersblog: De eerste keer mee op vogelwacht

Natuur

Het valt niet mee als om vijf uur s’ morgens mijn wekker gaat. De dag van een boswachter tijdens de vogelwacht begint al vroeg. Het broedseizoen is begonnen en er zijn op het eiland allerlei vogels te horen en te zien. Verschillende soorten zijn op doortrek terwijl andere vogels druk opzoek zijn naar een partner en een plekje om te broeden. Ik mag voor de eerste keer mee met mijn collega Glenn. We gaan naar het zuiden van het eiland om alle vogels te tellen die we horen en zien.

Gedurende het broedseizoen lopen de boswachters de vogelwacht. Er wordt veel monitoring uitgevoerd en toezicht gehouden om te volgen hoe het de vogels in onze gebieden vergaat. De monitoring is per gebied verschillend. Vandaag tellen we in een vooraf vastgesteld gebied alle vogels die we tegenkomen. Volgens een vaste route lopen we een ronde. De vogels die we tellen worden geregistreerd via een app van SOVON Vogelonderzoek Nederland. Door ieder jaar opnieuw te tellen en gegevens te verzamelen, houden we zicht op het aantal individuen en het aantal soorten in het gebied.

Verrekijker en waadbroek mee

In de eerste uren van de dag laten de vogels het meest van zich horen. Daarom staan we bij zonsopgang al in het veld. Terwijl de zon opkomt trek ik voor het eerst in mijn leven een waadbroek aan. Door de vele neerslag is het gebied ontzettend nat. Mijn collega Glenn heeft het in twintig jaar nog nooit zo nat gezien. Zonder waadbroek kunnen we de route van vandaag niet afleggen. We nemen allebei een verrekijker mee en gaan op pad.

Kakofonie

Ik ben geen doorgewinterde vogelaar en terwijl we het gebied in lopen hoor ik vele vogels in een soort kakofonie door elkaar heen fluiten. Ik hoor verschillende zangvogels, in de verte de meeuwen uit de nabijgelegen kolonie en de aalscholvers laten met allerlei lage keelklanken ook van zich horen. De aalscholvers ruiken we ook! Glenn kan op gehoor de verschillende vogels onderscheiden. Om dit aan mij te leren heeft hij allerlei ezelsbruggetjes om de verschillende geluiden van elkaar te onderscheiden en te bepalen om welke soort het gaat. De fitis speelt net als Bach een toonladder waarbij hij in toonhoogte van hoog naar laag zingt. De zwartkop zingt een riedeltje: “Doe ik het wel of doe ik het niet? Nee ik doe het niet”. De roodborst lijkt altijd tegen de wind in te zingen waarbij de laatste tonen lijken te vervagen en de groenling roept zijn eigen kleur: “Groooeeen!!”. Je moet er wel een beetje fantasie bij gebruiken.

Terwijl de zon steeds verder klimt maken we onze ronde en moeten we op verschillende plekken door flink wat water waden. Een bruine kiekendief trakteert ons op een show waarbij hij duikvluchten maakt om indruk te maken op een vrouwtje. Zelfs een blauwborst laat zich nog even zien. We tellen vandaag maar liefst 29 verschillende soorten en wel 160 individuen. Daar doe je het toch voor!

Tekst: Charlotte Maas, Staatsbosbeheer Texel