De gestrande HD79 lag hoog op het strand maar men trachtte met een geul het schip vlot te krijgen.
De gestrande HD79 lag hoog op het strand maar men trachtte met een geul het schip vlot te krijgen.

Stranding kotter kost leven Terschellinger redder

Laatste butegaas
Op zaterdag 16 januari 1960 kwam het Hel-
derse vissersschip HD79 ‘De drie gebroe-
ders’ in de problemen op de Noordzee.

Door een afgebroken roerketting was het
schip niet meer bestuurbaar en liep het ’s
avonds aan de grond tussen paal 15 en 17.

De toestand was niet gevaarlijk en de be-
manning had naar het strand kunnen lopen.
Kapitein Slot had hoop zijn schip te kunnen
behouden, zodat men aan boord bleef.

In de loop van de nacht arriveerden de
sleepboten ‘Simson’ en ‘Stortemelk’ en de
reddingboot ‘Prins Hendrik’ uit Den Helder.

Zondagochtend vroeg bevestigde de motor-
vlet van de Stortemelk een tros, maar sloeg
om; één opvarende werd gered.
De vlet dreef omgekeerd naar het strand. De
wipperploeg uit De Koog trachtte wadend
door zee de vlet naar het strand te slepen.

Met behulp van twee jeeps van ‘de Mok’
werd de vlet op het droge getrokken, maar
de vermiste Terschellinger vond men niet.

Inmiddels was het weer verslechterd en de
bemanning van de HD79 moest van boord.
Omdat de verbindingskabel van de Helder-
se reddingboot al twee keer gebroken was,
moest het wippertoestel uitkomst brengen.

Vijf bemanningsleden werden in veiligheid
gebracht door de Koger wipperploeg.

Schipper Slot bleef op de kotter, maar op 20
januari loeide een orkaan langs de Texelse
kust en moest hij alsnog van boord.
De verongelukte O. Starrenburg was op Ter-
schelling een bekende redder. In 1949 liep
een schip aan de grond in een mijnenveld.

Starrenburg bracht een kabel aan boord, zo-
dat de 8 opvarenden konden worden gered.

Tijdens de redding in het stormgeweld vlo-
gen om hen heen de mijnen de lucht in,
maar Starrenburg bracht allen in veiligheid.